Uit de erfenis van mijn ouders kreeg ik een schoenendoos vol oude ansichten.Ik koester deze schat en wil jullie graag meenemen naar het verleden. Een ontroerend deel is het dagboek dat mijn vader schreef toen hij in het verpleeghuis zat. Heel hartelijk welkom en keer, met mij, even terug naar die goeie ouwe tijd!

Powered By Blogger

Over mij

Mijn foto
Mijn jeugd bracht ik door aan de Oude Rijn. Na diverse omzwervingen kwam ik er toch weer terecht, waar oude herinneringen herleven. Ik geloof dat je nooit echt los komt van de plaats waar je geboren en getogen bent.

Kostbare Spulletjes

Kleine kostbaarheden waar veel herinneringen bij horen.

Bericht uit Canada

Toen ik zes jaar was emigreerden kennissen van mijn ouders naar Canada. Zij hielden contact met elkaar en ik ging, toen ik ouder werd, corresponderen met hun zoon Harry. Wij hielden dat vol totdat hij ging trouwen. Ik heb alle kaarten en brieven bewaard. Het is een stukje geschiedenis uit de jaren vijftig van de vorige eeuw dat ik jullie niet wil onthouden.

Sigarenbandjes

De sigarenbandjes die ik hier laat zien dateren uit de tijd dat mijn opa op de fiets vanuit Stolwijk naar ons huis in Zwammerdam kwam. Het was altijd op een zondag en hij bracht een zakje met gekleurde babbelaars mee van mijn opoe (het woord 'oma' kenden we nog niet). Groot feest natuurlijk, want wij kregen alleen een koekje of een snoepje bij speciale gelegenheden. Ik zie hem nog zitten, door- en door-koud bij de roodgloeiende kolenkachel, want het leek wel of het altijd sneeuwde als hij kwam. Mijn vader had een sigaar voor hem en samen genoten ze daarvan. Heerlijk vond ik het ruiken. Ik kreeg de sigarenbandjes en, met een beetje hulp van mijn ouders, werden die in een oud schoolschrift van mijn moeder geplakt. Deze bandjes hebben voor mij heel veel waarde en bij het scannen daarvan was ik weer even het kleine meisje uit de eindjaren veertig.

Dagboek van mijn vader

In het verpleeghuis is mijn vader begonnen met het schrijven van zijn dagboek.
Hij was van plan om zijn hele leven te beschrijven, inclusief de oorlogstijd. Al gauw bleek dat hij dat te moeilijk vond en hij noteerde wat hij meemaakte. Later bleef hij steken in zijn verdriet en werd het een schrijnende schreeuw om hulp. Hij wilde naar huis, had veel heimwee, maar wist ook dat het onmogelijk was omdat mijn moeder erg ziek was, wat hij in het begin ontkende. Hij zou nooit meer terug keren naar huis.

Oude kinderboeken

Een van mijn grote hobby's is het verzamelen van kinderboeken. Piggelmee, Bartje Kokliko, Piet Stuifzand, Arretje Nof en De Trappers zijn enkele boeken die bij mijn grootouders stonden. Als ik blader in deze boeken beleef ik weer de vakanties daar. Toen ik pas kon lezen las ik "Daantje helpt een handje" en "Daantje past op het huis".
De overige Daantje boeken heb ik later gekocht. Ik kan me geen huis voorstellen zonder boeken. Ook van de oude schoolboekjes kan ik intens genieten. Ik ruik weer de inkt, het papier en het klaslokaal. Die heerlijke schooltijd zal ik nooit vergeten!

vrijdag 29 juni 2007

Dierenkaarten



1912

gouden leeuwen en leeuwen van hout,

mitsgaders de hollandsche, worden heel oud;

men ziet ze nog wel op uithangborden en schilden,

doch zeldzaam in 't woud.

komt ooit de ware leeuw rechtstreeks op u aan,

dan is 't beste om maar regelrecht

uit den weg te gaan.

doch niet als hij opgezet of dood is,

daar er in dat geval volstrekt geen nood is.

--

door: de schoolmeester (1808 - 1858)

uit: de leeuw

-----

1945

1951

paarden
---
het paard slaapt in fluweel
en beweegt als hij droomt
van ruiters,
door zijn grote ogen
kijkt de dag naar binnen
en ziet niets.
--
ik groet zijn stal
het donkere paard
en breng hem in 't licht
als mijn schaduw.
'waarom en waarheen?'
vraagt het paard
--
ik antwoord het paard:
'ik ben koud,
maak mij warm.'
het paard hoort mij niet
en verwarmt mij.
-----
door: l. th. lehmann
uit: de natuur - beeldende poëzie
-------


1957
er zat een aapje
op een stokje
achter moeders
keukendeur
hij had een gaatje
in zijn rokje
daar stak hij
zijn staartje deur
-----

---

schuw gluurde tusschen blaren,

terwijl franciscus bad,

een kleine hinde trillende

als een espenblad

-----

door: anthonie donker (1902 - 1965)

uit: franciscus in het woud

---

wat wil ons poesje drinken?

misschien een kopje thee?

misschien wat limonade?

ik geef het je te raden

ons poesje schudt van néé!

--

wat wil ons poesje drinken?

misschien een glaasje fris?

wat zit ik jou te plagen!

je komt alleen maar vragen

of er nog melk is!

-----

door: lea smulders (1921 - 1993)

-------

donderdag 28 juni 2007

Vijfenveertig jaar getrouwd

--
ander (minne deuntje)
---
koom hier, o goelijk meisje,
gy ziet de velden groenen.
vergun me slechts een reisje,
dat ik uw mont magh zoenen,
en uw wangen, uit lust en verlangen,
ay koom wat nader;
want uwe moeder en was niet vroeder,
zy kuste vader.
--
de duiven trekkebekken.
de dieren in de weiden
een lijn te zamen trekken.
wie kan de liefde scheiden
van het leven, de jongkheit gegeeven
om te gebruiken?
liefde moet bloeien. door liefde groeien
de boom en struiken.
-----
door: joost van den vondel (1587 - 1679)
-------



--
de dag verjoeg den dag
het jaar sloot aan bij het jaar;
hun lange snoer is grijs gewonden
door mijn dun en grijzend haar;
en o mijn dagen waar bleeft ge
en wat is er met u geschied?
ge liept door mijn vingers als water:
ik dronk u, maar proefde niet,
ik reikhalsde naar uw komst
als een meisje naar een feest,
en wat valt van u te zeggen
en van wat ge voor mij zijt geweest?
--
door: henriëtte roland holst
uit: de nieuwe geboort,
tierie en kruyt, amsterdam, 1903
---





--
mijn leven is
uw licht; mijn doen, mijn derven,
mijn' hope, mijn geluk,
mijn éénigste en mijn al;
wat kan ik, zonder u,
als eeuwig, eeuwig sterven;
wat heb ik, zonder u,
dat ik beminnen zal?
---
door: guido gezelle (1830 - 1899)
uit: ego flos.../laatste verzen,
ed. fr. baur, l.j. veen, amsterdam, 1936
-----























ze luisteren met z'n tweetjes
naar de regen op het dak
voor veel gepraat
zijn ze niet meer bij machte
alleen toen zij daarnet
een bitterkoekje brak
keek hij haar even aan
en lachte
-----
door: toon hermans
uit: fluiten naar de overkant


Voor het kind

---
1949


1950

schaatsenrijders
---
grijsgevloerd liggen de bevroren slooten,
en schaatsenrijders ijlen recht van rug,
over de witte banen, even vlug
als erwten aan een katapult ontschoten.
--
rhytmisch klinken hun veerkrachtige stooten
en van onder den ijsvloer zingt terug
een vreemd koraal, soms krampachtig en stug
als van waterwezens, daar opgesloten.
--
ginds in de ruimte rijdt een klein figuur
door een wereld van sneeuw en koud azuur;
nu duikt hij in een donkere groep boomen
en zijn schaats krast hard een verwaaide veer,
maar bijna dadelijk ziet men hem weer,
als pijlsnel aan het inferno ontkomen.
-----
door: bertus aafjes (1914 - 1993)
uit: elf sonnetten op friesland
---
1951

een bedelaartje in 't bos
-
wat ritselt daar in 't groen?
het is een bedelaartje,
maar met een prachtig staartje;-
wat zou die komen doen?
-
wat wipt daar naar de grond?
het is een klein, klein diefje,
gekleed in 't fijnste bont;-
wel rovertje, wat blief je?
-
't eekhoorntje zegt:
'ach, maar een paar nootjes!...
'hou zelf maar die jam
en je krentebroodjes.'
---
door: alfred listal (1877 - 1956)
uit: het dwergjesfeest
-
1952


1953

in spin

de boog gaat in

uit spuit
de boog gaat uit

poele-poele-poele,
de eendjes gaan op reis,
ze zwemmen in het water,
het water dat is grijs.
--
poele-poele-poele,
vier eendjes op de plas,
de zon schijnt achter de wolken
en ik sta in het gras.
---
door: lea smulders
-----

1954


1958


1960

woensdag 27 juni 2007

Kinderkaarten (3)

-----








winterbereddering
-----
poppenmoeder is druk bezig
met den zomer is 't voorbij
en zij legt met heel veel zorgen
't zomerpoppengoed op zij.
--
nu geen zijde of batist meer
maar de wollen kleeren aan
als zij met de poppenkinderen
eens uit wandelen wil gaan.
--
en zij haalt die warme mantel
met het aardig randje bont
dat haar jongste pop marlijntje
toch altijd zoo aardig stond.
--
en voor teddy-beer een mutsje
rose wol - door moes gebreid,
eigenlijk werd 't door 't dragen
uitgerekt en wat te wijd.
--
en die wollen jurk, die witte
van de kleine bakerpop
is door 't liggen vuil geworden,
vraagt haast om een lekker sop.
--
ja 't is een heele drukte
eer ze met haar poppenschaar
netjes in de winterkleeren
wandelen kunnen met elkaar.
-----
door: stella mare
uit: ons eigen tijdschrift
-------


o wind, je bent zo guur en koud,
zeg, blazer, ben je jong of oud?
een beest van bossen, veld of hei,
of maar een sterker kind dan wij?
o wind, je waait maar dag en nacht!
o wind, je zingt met grote kracht!
---
door: geertruida van vladeracken (1880 - 1947)
uit: kinderzang
-----





veldbloemen
---
'k zag roode en blauwe bloemen staan,
in 't gele koren, langs de laan,
al suizend.
o moeder is op bloemen dol!
ik plukte er van mijn handen vol,
wel duizend!
--
door: hélène swarth (1859 - 1941)
uit: veldbloemen
-----






Kinderkaarten (2)

1948


alles wèl aan boord!
-----
hallo, hallo, zeg kapitein
vaar jij alleen op zee?
mag ik dan jouw matroosje zijn?
kom hier en neem me mee!
we zeilen, zeilen dagen voort,
en jij roept: alles wèl aan boord!
en later knijp ik één oog dicht
dan roep ik: land in zicht!
---
door: lea smulders
-----



1951


goeiemorgen marjolein,
wat kijk je toch verlegen.
ik wil zo graag je vriendje zijn,
daar is toch niets op tegen!
-----
door: lea smulders (1921 - 1993)
-----


1952

doch in 't veldje stond de boeman,
stond de vogelenverschrikker,
met de broek van vader pappe,
en de muts van moeder mamme,
en het hemdje van het kindje,
met den eenen arm naar boven,
voor de vooglen van den hemel,
en den andren naar beneden,
voor de beesten van de wereld - -
maar daarboven was de hemel,
en beneè was 't dunne koren,
en daar verder was de heide -
en nog verder was de wereld!
---
door: c.s. adama van scheltema
uit: zwerversverzen
--
1953


Kinderkaarten (1)

---
1927

wees vrolijk!

-----------

begin de dag met een dansje!

begin de dag met een lach!

wie vrolijk kijkt in de morgen,

die lacht er de hele dag!

----

uit: verbonden blokschrift

door m.a. schaly

---

1940


1946


1947


kuikentjes
------------------
kleine, kleine kuikentjes,
die zaten in het nest,
al onder moeders vleugeltjes.........
daar hadden zij het best.
---
kleine, kleine kuikentjes,
die trippelden in 't rond,
en krabden met hun pootjes fijn,
wat in de mulle grond.
-------
uit: verbonden blokschrift
door m. schaly
---
---
jij bent voor mij een bloempje
zo teer, zo gaaf, zo goed.
kijk ik je aan, kan ik huilen
dat is wat weemoed doet.
-
ik had m'n beide handen
graag op jouw hoofd gelegd
biddend, dat god je laat blijven
zo teer, zo gaaf, zo echt.
---
door: seth gaaikema
uit: een dromerige dag in mei
-----





1948