AALSMEER
---
AMERSFOORT
----
----
AMSTERDAM
----
----
Op Amstelredam
Aan d'Aemstel, en aan 't Y, daar doet zich heerlijk oopen
Zy, die, als Keizerin, de kroon draagt van Europe,
Amstelredam, die 't hooft verheft aan 's hemels as,
En schiet, op Plutoos borst, haar wortels door 't moeras,
Wat watren worden niet beschaduwt van haer zeilen?
Op welcke marcten gaet sy niet haar waaren veilen?
Wat volcken zietse niet beschijnen van de maan;
Zy die zelf wetten stelt den ganschen Oceaan?
Zy breit haar vleugels uit, door aanwas veler zielen,
En sleept de weerelt in, met overlade kielen.
Welvaren blijft haar erf, soo lang de Priesterschap
Den Raadt niet overheert, en blindthockt door de kap.
-
door:
Joost van den Vondel (1587 - 1679)
uit: Poesy, ofte vescheide gedichten
---
APELDOORN
----
----