wat gij te vreezen hebt, zoet kind,
dat ik u meld':
gij wordt van mij als 't licht bemint,
dat door den hemel snelt
---
wat gij te vreezen hebt, mijn lief,
dat ik u kuss'
en zoo 't gevoel van elke grief
op uwen lippen blusch'
---
wat gij te vreezen hebt, o kaar,
dat zeg ik niet,
doch alles worde u hel en klaar,
wanneer ge mij beziet
-------
-----
---
door: Emmanuel Hiel
1834 - 1899
---
-----
ruik ik de reuken waar ik eens van zong
toen zang en geur aanwiekte', op alle winden,
-
dan glijdt een vroeger zoet over de tong
dan voel ik even de bekoring weder
die toen ik vol verlangen was en jong
--
door:
henriƫtte roland holst (1869 - 1952)
uit: de nieuwe geboort
tierie en kruyt, amsterdam, 1903.
---
Geen opmerkingen:
Een reactie posten